Iedereen die mij goed kent, weet dat ik soms heel boos kan worden. Iedereen die me niet zo goed kent, zal verbaasd staan als hij het ooit te zien krijgt. Gelukkig ben ik niet heel vaak boos, en al helemaal zelden op mensen.
Tegelijk is dat ook wat mijn boosheid een beetje sneu maakt: ik ben eigenlijk altijd boos op dingen, of omstandigheden. Een computer die niet werkt, een onverwachte file. En dan soms ook echt heel, heel boos. Zo boos dat ik zelf achteraf denk: moet dat nou?
Moet dat nou? Tja, ik heb wel eens geprobeerd om vast te stellen of mijn boosheid een doel dient, of die ergens toe leidt. Ik wil dan heel graag “ja” zeggen: Als ik boos ben op deze computer, koop ik de volgende keer een andere. Als ik boos ben op deze file, ga ik de volgende keer met de trein. Maar inmiddels ben ik om dezelfde onderwerpen al te vaak boos geworden zonder dat ik iets veranderde. Slecht excuus, dus.
Laatst schreef ik in mijn dagboek: mijn boosheid bepaalt voor een deel mijn identiteit. Als ik boos ben op een computer, ben ik eigenlijk boos op de onnatuurlijke situatie dat ik voor mijn dagelijks leven afhankelijk ben van een apparaat. Als ik boos ben op een file, baal ik er eigenlijk van dat ik een land leef dat zo druk is dat er dagelijks honderden kilometers staan.
Ik zeg niet mijn baan op, en emigreer ook niet naar een ander land. Toch helpen deze vormen van boosheid me soms herinneren aan wie ik diep van binnen ben.
Volgens mij speelt boosheid op deze manier ook een rol bij wat er in de wereld gebeurt met politiek leiders die mensen aanspreken op hun boosheid, sommigen zeggen: haat. De Amerikaanse president Trump vertegenwoordigt veel mensen die boos zijn. Ze zijn woedend, op leiders die volgens hen al tientallen jaren niet willen luisteren. Geert Wilders doet iets vergelijkbaars in Nederland. Trump won er de verkiezingen mee, Wilders kan de grote winnaar bij ons worden.
Veel mensen snappen niet dat je op een politicus stemt die vooral staat voor boosheid. Maar wat nou als je die boosheid nodig hebt om jezelf er mee op de kaart te zetten, om gehoord en gezien te worden?
Praat ik hiermee boosheid goed? Nee. Als ik eerlijk ben, ben ik eigenlijk nooit echt blij met mijn eigen boosheid. Maar hij is er met een reden. En ik kan hem maar beter serieus nemen, ook al lijkt hij nog zo onredelijk.
Als je me vraagt wat ik nou precies aan moet met mijn boosheid, blijf ik je het antwoord schuldig. Ik kan wel twee dingen bedenken die ik niet moet doen: ik moet mijn boosheid niet onderdrukken, maar er ook zeker niet naar handelen.
Geert.
Geert Gordijn is journalist, maar ook een enorme levensgenieter.
Met een passie voor pure ontspanning en de overtuiging dat niets doen soms het beste is dat je kunt doen.
Geert deelt elke maand zijn kijk op “slow living”: onthaasten niet als uitzondering, maar als dagelijkse bezigheid.