In mijn huis staat een oude typemachine. Daar tikte ik ooit dit verhaaltje op. Je mag zelf bepalen waar het over gaat…
Watervrees
Er was eens een regenworm die doodsbang was voor water. Hij had watervrees, een nogal vreemde eigenschap voor een regenworm. Hoe dat zo kwam? Tja. Sommige dingen gebeuren nu eenmaal. Wat vast staat, en waar dit verhaal over gaat, is dat de worm er alles voor over had om van zijn watervrees af te komen.
Op een dag vroeg hij de vogel: Hoe kom ik van mijn watervrees af? Maar de vogel zei niets. Hij dook op de worm af en probeerde hem in zijn snavel te vermorzelen. De regenworm kon maar net op tijd ontsnappen. Hij dacht: Wat zijn dat voor manieren? Aan die vogel heb ik niets.
Toen kwam onze worm onder de grond de mol tegen. Hij vroeg aan de mol: Weet jij misschien hoe ik van mijn watervrees af kom? Maar de mol zei niets. Hij dook op de worm af en probeerde hem in zijn bek te vermorzelen. De regenworm kon weer ternauwernood ontsnappen. Hij vond het een beetje onbeschoft dat de mol hem zomaar wilde opeten. Zo kwam hij nooit van zijn watervrees af.
De volgende dag wachtte de regenworm tot de zon opkwam. Toen de zon hoog aan de hemel stond, besloot de worm omhoog te kruipen. Hij vroeg de zon: Weet jij misschien hoe ik van mijn watervrees af kom? Maar de zon antwoordde niet. Hij bleef met een mysterieus glimlachje aan de hemel staan. De worm wachtte en wachtte, maar er kwam geen antwoord.
De volgende dag was de worm zo rood als een kreeft. De zon had hem verbrand en hij verrekte van de pijn. Gelukkig was het boven de grond begonnen te regenen. Toen onze worm hoorde hoe de druppels op de aarde vielen, wist hij niet hoe gauw hij naar boven moest kruipen. Hij draaide rondjes en werd bedolven onder dikke regendruppels. En onze regenworm dacht: Zo, dat is lekker fris!
Geert Gordijn is journalist, maar ook een enorme levensgenieter.
Met een passie voor pure ontspanning en de overtuiging dat niets doen soms het beste is dat je kunt doen.
Geert deelt elke maand zijn kijk op “slow living”: onthaasten niet als uitzondering, maar als dagelijkse bezigheid.